Meer ruimte voor maatwerk onder de Omgevingswet

Met de komst van de Omgevingswet verschuift een aantal taken van bevoegd gezag. Zo vallen de taken op het gebied van bodem, ontgrondingen en zuivel nu nog voor een belangrijk deel onder het bevoegd gezag van de provincie en straks (deels) onder de gemeenten. Vooral voor bodem zijn de gevolgen groot.

Bevoegd gezag

Onder de huidige Wet bodembescherming is de provincie Fryslân bevoegd gezag. Wil een bedrijf kabels of leidingen aanleggen onder de grond en er is sprake van bodemverontreiniging? Of moet een aannemer vanwege nieuwbouw de bodem saneren? Dan moet je een melding doen bij de provincie. Een uitzondering hierop is de gemeente Leeuwarden. Die is bevoegd gezag in eigen gemeente. 

Onder de Omgevingswet verschuift het bevoegd gezag en zijn alle Friese gemeenten voor deze activiteiten verantwoordelijk in hun eigen gemeente. Dat is in lijn met het subsidiariteitsbeginsel van de Omgevingswet; beleidsbepaling en -uitvoering zijn in handen van het meest geschikte overheidsorgaan. Voor het omgevingsrecht zijn dat de gemeenten en waterschappen. Provincie en rijk treden alleen op als dat nodig is.

Bruidsschat

De gemeenten krijgen met de inwerkingtreding van het de Omgevingswet van het rijk een aantal tijdelijke regels mee. Dit noemen we de bruidsschat. De regels worden automatisch onderdeel van het tijdelijke deel van het omgevingsplan. Dit biedt gemeenten de tijd om zelf na te denken over het inregelen van bepaalde onderwerpen. Daarnaast kunnen gemeenten aanvullende of afwijkende regels stellen op de activiteiten uit het Besluit activiteiten leefomgeving (BAL).

Wat betekent dit voor bodemtaken?

Colleges en gemeenteraden moeten straks besluiten nemen over decentraal bodembeleid. Ze mogen hierin afwijken van de bruidsschatregels en de regels van het BAL. Dit geeft gemeenten meer mogelijkheid tot maatwerk. Zo kunnen ze in bepaalde situaties of gebieden de regels versoepelen en in andere juist aanscherpen. Denk bijvoorbeeld aan de normen waaraan de bodem moet voldoen. Je kunt je voorstellen dat vervuilde bodem op een industrieterrein minder zorgelijk is dan in een speeltuin of moestuin. En dat er in deze situatie minder strenge regels toegepast worden dan op een locatie waarbij kinderen met vervuilde grond in contact komen of waar voedsel wordt verbouwd. 

Goede overdracht

De FUMO voert namens de provincie de vergunningverlening, het toezicht en de handhaving (VTH) uit. Dat doen we straks onder de Omgevingswet voor de gemeenten. We zorgen daarbij voor een goede overdracht van bodemdossiers, zodat de gemeenten met de juiste gegevens aan de slag kunnen. 
 

Terug naar overzicht