De bescherming van de Nederlandse natuur is geregeld in de Wet natuurbescherming (Wnb). Yvo Muller, toezichthouder Wnb van de FUMO: “Vanuit de Wet natuurbescherming hebben boeren een zorgplicht voor weidevogels. In het broedseizoen horen zij rekening te houden met de nesten, eieren en jongen van vogels. Bijvoorbeeld wanneer ze mest uitrijden in het land of gaan maaien. Namens de provincie Fryslân controleren wij of boeren zich aan deze zorgplicht houden.”
Toezicht
De meeste boeren zijn blij met de weidevogels op hun land en gaan er goed mee om. Maar niet altijd. Yvo: “We gaan altijd eerst in gesprek als een boer zich niet houdt aan de zorgplicht. Soms blijkt dat een boer niet weet hoe hij weidevogels kan beschermen. Dan helpen we. Bijvoorbeeld door de landbouwer met de plaatselijke vogelwacht of de Bond Friese Vogel Wachten (BFVW) in contact te brengen. Of we leggen uit waarom er een zorgplicht is en wat de consequenties kunnen zijn als de boer de zorgplicht niet naleeft. We hebben namelijk wel de mogelijkheid om op te treden als de landbouwer moedwillig geen rekening houdt met de vogels op zijn land. Overtreding van de zorgplicht kan gevolgen hebben voor de subsidies uit het Gemeenschappelijk landbouwbeleid.”
Grutsk
Boeren die meer willen weten over de bescherming van weidevogels kunnen terecht op de website grutskopusgreidefugels.nl. Daar lees je onder andere hoe je gratis nestpannen kunt bestellen, waarmee je nesten kunt beschermen bij het uitrijden van mest met de sleepslang.
Samenwerking
Directeur Pieter Hofstra van de FUMO bezoekt overtreders van de zorgplicht het liefst voor het broedseizoen begint om ze aan te spreken op hun gedrag. “Maar daarvoor hebben we wel informatieoverdracht nodig van onze ketenpartners. We willen daarom de samenwerking met de vogelwachten, LTO, de BFVW en Het Kollektivenberied Fryslân (KBF) verder versterken. Zodat we beter op elkaar ingespeeld raken en we onderling informatie kunnen uitwisselen om de weidevogels nog beter te beschermen. Daarvoor hebben we afspraken gemaakt of gaan we deze maken.”
