Een belangrijke mijlpaal was oefen met fictieve casussen. Eén daarvan is de aanvraag voor het realiseren van een dierentuin. Inclusief zonnepanelen, warmtepomp, olifantenstal, visvijvers, speeltuin met metershoge glijbaan en meerdere restaurants. Samen oefenen is cruciaal omdat overheden en partners straks nog intensiever willen samenwerken. Alleen zo verbeteren we de dienstverlening en verkorten we de doorlooptijden.
Testen van procesafspraken
Vorig jaar maakten collega’s binnen De Friese Aanpak (het platform van Friese gemeenten rondom gezamenlijke opgaven) en de FUMO een uitwerking van de procesafspraken voor de ketensamenwerking bij een vergunningaanvraag. Deze procesafspraken testte de FUMO met bevoegde gezagen (provincie, gemeenten, Wetterskip en Rijkswaterstaat) en Veiligheidsregio Fryslân.
Waarom er werd getest met de aanvraag van een dierentuin? Dagmar: ‘Gemeente Smallingerland was hiermee begonnen en dat inspireerde ons. Er lag al een mooie basis, we konden de casus makkelijk uitbreiden én het spreekt tot de verbeelding. De dierentuin moet nog worden gebouwd en omvat veel milieubelastende activiteiten. Waarbij we de belangrijkste aspecten van wetten en regels en het Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO) behandelen. Met deze testcase kan de FUMO oefenen met de nieuwe samenwerkingsafspraken met het bevoegd gezag, met de opbouw en route door het DSO en het interne proces.
Na oefenen komt implementeren
Dagmar: ‘Nu is het belangrijk dat we onze werkafspraken opnemen in de werkprocessen en doorvertalen naar ons zaaksysteem LEEF. Daarin komt onder andere te staan wat de nieuwe doorlooptijden zijn en welke route we moeten bewandelen als ons bijvoorbeeld advies of instemming wordt gevraagd. Een andere stap is het maken van afspraken met partijen om de vernieuwde en met twintig dagen verkorte doorlooptijd te halen. Ook is het belangrijk dat onze medewerkers leren werken volgens de Omgevingswet en een LEEF-training volgen.’
Uitdagingen voor de laatste periode
De nieuwe invoeringsdatum van de Omgevingswet op 1 oktober 2022 of 1 januari 2023 geeft wat lucht, maar nadert nog steeds met rasse schreden. En juist daarover maakt Dagmar zich een beetje zorgen: ‘Verschillende werkgroepen van gemeenten, provincie en de FUMO moeten nog een aantal zogenoemde minimale acties uitvoeren. Die acties hebben grote invloed op ons basistakenpakket en mogelijk ook op de aan ons opgedragen plustaken. Hoe later de werkgroepen de acties uitvoeren des te krapper onze tijd om de taken te implementeren.’ Daarnaast moet iedere gemeente nog belangrijke keuzes maken op het gebied van toezicht en handhaving. Ook daar is haast bij, want voordat de wet in werking treedt is het noodzakelijk dit met alle bevoegde gezagen te oefenen.
Voorstander van de nieuwe Omgevingswet
De Omgevingswet betekent veel voor de FUMO. Behalve wijzigingen in de VTH-taakuitvoering, is de belangrijkste verandering dat de Friese omgevingsdienst haar kennis en expertise eerder in de keten kan aanbieden en inbrengen. Zoals bij planvorming, decentrale regelgeving en bij omgevingstafels. Dagmar is dan ook een groot voorstander van de nieuwe wet: ‘Ik geloof dat dit de manier is om onze leefomgeving beter en mooier te maken. Omdat we zaken integraal aanpakken en we vooraf beter nadenken over de belangen van inwoners en milieu.’
