• Home
  • De FUMO bestrijdt wildlife crime in Fryslân

De FUMO bestrijdt wildlife crime in Fryslân

Het gebeurt ook in onze provincie; stroperij en illegale vervolging van roofdieren. Wildlife crime is relatief onbekend onder het publiek. Albert Brink werkt als handhaver Wet Natuurbescherming bij de Friese omgevingsdienst FUMO en hij houdt zich wekelijks bezig met het bestrijden van wildlife crime.

Bestrijden Wild Life Crime

“Onder wildlife crime vallen alle overtredingen tegen roofdieren en stroperij”, legt Brink uit. “Het wordt gedaan voor geld of gewoon voor de spanning. Illegale vervolging van roofdieren wordt ook vaak gedaan om ‘concurrentie’ uit te schakelen. Denk bijvoorbeeld aan het schieten of vergiftigen van een roofvogel om weidevogels of eigen kippen te beschermen.

Albert Brink ziet veel in het veld. Van het vernielen van dassenburchten, het zetten van strikken tot het vangen en verhandelen van inheemse zangvogels zoals putters. “Wat mijn collega’s en ik ook tegenkomen is visstroperij. De stropers zetten fuiken voor paling of netten voor snoekbaars. Soorten zoals paling zijn beschermd en er zijn strenge regels voor het vangen van deze vissen. Visstropers houden zich daarbij ook niet aan de vastgestelde maten of gesloten seizoenen van deze vissen. Dit doen ze voor de spanning, maar ze kunnen er ook nog aardig aan verdienen wanneer ze een goed afzetpunt hebben.”

De toezichthouder controleert regelmatig gebieden op dode dieren en vangmiddelen. Bij een dode roofvogel beoordeelt hij de conditie van het dier. Wanneer de vogel er gezond uit ziet en er geen schotwonden zijn, wordt het opgestuurd om de doodsoorzaak te achterhalen. Wanneer het dier vergiftigd blijkt, houden toezichthouders het terrein extra goed in de gaten.

“Soms treffen we een vangmiddel aan. Dan gaan we posten en wachten de overtreders op. Ze komen vaak terug om te kijken of ze een dier gevangen hebben. Wanneer we overtreders op heterdaad betrappen hebben ze geen poot meer om op te staan”, vertelt de toezichthouder. Een gepakte overtreder krijgt een proces-verbaal of wordt aangehouden.

Dit jaar zijn er weinig overtredingen geweest tegen bijvoorbeeld roofdieren. Albert Brink schrijft dit toe aan onder andere de vogelgriep en een natte winter met weinig voedsel (muizen) waardoor al veel roofvogels sneuvelden. Ingrijpen (roofvogelvervolging) was kennelijk niet nodig. Toch gelooft hij dat het probleem groter is dan we denken en zien. “Wat wij tegenkomen is nog maar het puntje van de ijsberg.”

Terug naar overzicht